Een man uit het dorpje Kebon Agung op Java zegt in 1947 te zijn gemarteld door Nederlanders om een bekentenis los te krijgen. Zo zou hij zijn vastgemaakt aan een apparaat dat stroom opwekte. In de gevangenis in de plaats Pakisaji kreeg hij met geweld water toegediend. Vervolgens gingen militairen op de buiken van de gevangen staan, zodat het water weer uitgebraakt werd.

De andere zaak draait om een vrouw, die in 1949 zegt thuis te zijn verkracht door vijf militairen van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL).

De zaken worden volgens het ANP onderzocht door advocaat Liesbeth Zegveld. Ze noemt ze «absoluut belangwekkend». «Er is veel meer misgegaan in Nederlands-Indi. Veel mensen in Nederland kunnen zich daar niets bij voorstellen», aldus Zegveld.